“Die telefoon die moet mee in de kist hoor, dat heeft mijn zus altijd gezegd. En die telefoon zat ook altijd aan haar hand geplakt, dus dat is eigenlijk wel logisch”. Als ik bedenkelijk kijk, zegt de broer “ik weet ook wel dat dat niet mag, maar we kunnen de batterij er toch uithalen?”
Er zijn geen wettelijke regels die bepalen wat wel of niet mee mag in de kist, maar crematoria en begraafplaatsen hebben dit vastgelegd in hun algemene voorwaarden. En eigenlijk zijn die regels heel logisch. Bij begraven wil je de grond niet verontreinigen, dus mogen alleen verteerbare ‘grafgiften’ meegegeven. Dat betekent dat een telefoon, ook zonder batterij, niet mee mag. Maar het sigaartje dat de echtgenote in het borstzakje van de overledene stak, dat mag wel.
Gevoelsmatig lijkt het bij een crematie anders te zijn. Zo’n telefoon smelt immers bij die hoge temperaturen. Toch gelden daar dezelfde regels, want bij het verbranden van kunststoffen komen schadelijke gassen vrij. Glas mag trouwens ook niet, omdat de oven hierdoor beschadigd kan raken.
Als uitvaartverzorger zal ik ook altijd vragen of de overledene een pacemaker of ICD had. Deze kunnen tijdens de laatste verzorging verwijderd worden. Bij een crematie kan deze namelijk ontploffen, maar bij een begrafenis mag het ook niet omdat een pacemaker verontreinigend is. Voor kunstheupen, -knieën e.d. wordt een uitzondering gemaakt.
Betekent dit dan dat je niets mee mag geven in de kist? Natuurlijk wel.
Ontroerend vind ik het wanneer ouders foto’s van henzelf meegeven aan hun doodgeboren baby, zodat hij ‘niet alleen’ is. En net als vroeger geven sommige mensen nog steeds etenswaren mee voor “de reis”, en gaan tekeningen, brieven of bloemen mee op of in de kist. Een prachtig voorbeeld is de taart voor oma die een kleinzoon op de kist zette!